Mensen in de bijstand hebben het druk

2017-04-25T10:40:02+02:0025 april, 2017|

Sinds een paar jaar geleden de Wet werk en bijstand werd vervangen door de Participatiewet gonst het in het land van het begrip ‘tegenprestatie’ oftewel participeren. Er bestaat een groot misverstand over mensen met een bijstandsuitkering, zegt Roeland van Geuns (Amsterdamse armoedelector). En dat is dat ze niks zouden doen. Uit onderzoeken blijkt echter dat ze veel vrijwilligerswerk doen.

Daarnaast is het heel tijdrovend om steeds de eindjes aan elkaar te knopen. Als jij boodschappen doet, haal je alles in één winkel, maar als je geen geld hebt loop je alle winkels af op zoek naar de laagste prijs.’ Ook allerlei gezondheidsproblemen zijn tijdrovend, zegt Van Geuns.

Geldgebrek is een groot probleem

Behalve dat gemeenten vaak voorbijgaan aan wat mensen nu al doen, hebben gemeentelijke beleidsmakers volgens Van Geuns nog een blinde vlek: het gaat om mensen die langdurig op een minimum zitten en voor wie rondkomen volgens het Nibud niet meer lukt. Die langdurige armoede is bepalend voor waar mensen toe in staat zijn en werkt verlammend.

Stevige coaching is nodig

Mensen die in de gemeentelijke optiek al lang niet participeren en dat toch zouden moeten, vragen volgens Van Geuns stevige coaching, vooral als ze zich niet gezond voelen. ‘Dan heb je het over intensieve begeleiding, over de juiste gesprekstechnieken zoals motiverende gespreksvoering.’ Heel iets anders dan de huidige situatie met zijn versnippering. ‘Bij de huisarts krijgen ze een pil, bij het wijkteam een gesprek, en bij het financieel café schuldhulp.’

Van goede begeleiding is echter nog veel te weinig sprake. Van Geuns: ‘Klantmanagers hebben een caseload van 300 man – iedereen snapt dat je daar niks mee kan.’ Maar ook een schuldhulpverlener met een caseload van 80 mensen red het niet: dan heb je iedere 3 weken maximaal een uurtje de tijd voor die persoon!

Bron: www.socialevraagstukken.nl